1 juli, zomerblog
Zon, zee en zen

Foto: Daniela Chintoiu, Unsplash
De uitgever had voor de nieuwe zomercampagne behoefte aan een column. Maximaal 1000 woorden en graag op de toon ‘zoals we die van jou gewend zijn.’ Een column om mensen in de stemming te brengen: bijna is het zover, dan mag je weer heerlijk op vakantie en wat neem je dan mee? Het Grote Zen Doe Boek natuurlijk. Juist.
Persoonlijk zou ik dat niet doen moet ik eerlijk zeggen, althans niet naar zee. Daar is het boek veel te mooi voor. Stel je voor dat er zand tussen de bladeren komt – maar daar kom ik nog op terug. Over de zomer gesproken: op het insta account van het Zendoeboek staat inmiddels de eerste vakantiefoto van dit jaar. Een mooi plaatje van de voorkant van het boek, steunend op de lichtgebruinde benen van de gelukkige die het Grote Genieten al vroeg in praktijk wist te brengen. Palmbomen op de achtergrond, de zee: super! Hetzelfde account: het Zendoeboek gefotografeerd naast een grote beker thee. De eigenaar was toen nog thuis maar las zich alvast een beetje in, om helemaal zen aan de vakantie te beginnen. Wellicht ook met de bedoeling op het strand verder te lezen, dat is mogelijk. Ik raad dat dus af. Onderaan de duinen kan het enorm stuiven en je krijgt die korrels er nooit meer goed uit. Over dat hinderlijke zand schreef ik in die column, ik zal je er een stukje uit laten lezen.
‘Ga er maar eens een dagje op uit,’ zeiden mijn collegae, ‘wij houden wel een oogje in het zeil.’ Pfff. Vraagje: Hoe krijg ik het zand van mijn handen nadat ik een appel heb geschild? Hebben ze natuurlijk niet over nagedacht. En hoe doe je dat met een handdoek, moet je de hoeken ergens mee vastpinnen? Het waait hier namelijk. Hm. Wat ze ook zeiden: ’Geniet nou toch een keer. Doe eens even niets.’ Vreemd verhaal. En wat moet ik dan doen?
Ik vond het een aardig stukje, stelde me een wat wereldvreemd figuur voor die voor het eerst van zijn leven op het strand komt. Hij kijkt om zich heen:
Niemand draagt schoenen. Opvallend. Men draagt hier zelfs vrij weinig, over het algemeen. Ook geen sokken. Er valt iets voor te zeggen en praktisch is het zeker. Er zitten geen gaten in, dus kom op. Ik doe gewoon eens gek, haha. Sokken uit. En dan hupsakee eveneens de pantalon; ik heb er een keurige zwembroek onder aan. De vouw gaat er wel uit zo, maar alla. En het shirt. Alle remmen gaan nu wel los, hoor. Ik ga even liggen, sluit mijn ogen. De zon is fijn.
Achter me sloft iemand voorbij. Ik kijk niet om en ik hoef niet te weten hoe diegene uitziet. Ver weg hoor uitbundig kindergegil. De golven bulderen in de branding en trekken zich weer slissend terug. Ik lig op mijn rug en doe niets. Een vogel vliegt over, een meeuw zal het zijn. Ben ik wel bereikbaar? Mijn hakken maken putjes in het zand en wanneer ik mijn voeten heen en weer veeg stuift het een beetje. Het is niet erg.
Al de volgende dag kreeg ik mijn column terug. ‘Helemaal jouw stijl,’ stond erbij, ‘maar niet wat ik bedoelde. Een zomercolumn moet leuk zijn, zonnig, mensen moeten er zin in krijgen. Denk aan: parasols, een fijne ontmoeting tijdens een bergwandeling, lekker niets doen en loskomen van de dagelijkse sleur. Samen op kookcursus in Thailand of een kanotocht in de Belgische Ardennen en na afloop genieten van kloosterbier uit Orval, dat soort werk. Geen gedoe over zand tussen de pagina’s, dat wil men helemaal niet lezen. Licht en luchtig! Titel: Zon, zee en zen.’
Mijn column wordt toch niet gebruikt dus ik kan het net zo goed in dit blog vermelden: mijn uitgever heeft de zen-gedachte niet zo begrepen. De titel die ze meegeeft is prima, daar niet van. Maar ze kijkt over de zen-ervaring heen die deze stoffige kantoorman heeft. Hij stemt zich af op zijn nieuwe omgeving, staat er open voor en neemt ervan over wat hem bevalt. Hij ondergaat, voelt wat er gebeurt en weet: ‘Dit past bij me. Op een handdoek aan zee. Niets doen. Nog nooit gedaan. Fijn! Hoe zen wil je het hebben? Even voordat hij in slaap valt, denkt hij:
Ik heb het boek bij me dat ik van ze moest lezen. Omdat ze het goed met me voorhadden, omdat de boog niet altijd gespannen kan zijn. Om wat meer ontspannen in de wereld te staan. Een boek over zen. Het ligt onder mijn hoofd. Ik heb geen bereik en wat kan mij het schelen als ze even moeten wachten. Ik blijf hier gewoon liggen. Mijn haren waaien in de wind. Ik hoef geen appel. Ik doe niets en laat alles gebeuren. Ik luister naar de wereld.
Een boek over zen, schei toch uit.
15 januari, winterblog
Blue monday

Bewerking foto: Suzan van Lieshout
Mijn buurvrouw stond in de opening van haar voordeur en drukte kleumend een wollen vest tegen zich aan. Met de andere hand trok ze een lange rode riem naar binnen met aan het uiteinde haar muizige hond met een strikje om de nek. Het was het keffertje dat me overdag altijd wakker hield, al merkte je in dit jaargetijde weinig verschil tussen de dag en de nacht en was het licht van de ochtend net zo schimmig als het licht van de avond.
‘Sterkte met dit weer,’ zei ze en sloot zo snel de deur dat ze mijn antwoord onmogelijk gehoord kon hebben. Bij het tuinhekje gleed ik bijna uit en ik kon me nog net overeind houden door de lantaarnpaal te grijpen, die als een ijspilaar de wacht hield. Een smalle baan elkaar najagende witte vlokken werd kort zichtbaar in de lichtbundel boven me en haastte zich dan verder het grauw van de stad in. Er zouden nog bussen rijden, had ik begrepen. Steun zoekend aan de spiegels van geparkeerde auto’s schuifelde ik naar de halte. Het was slechts twee blokken verder, maar het gaf de sneeuw op mijn hoofd voldoende tijd om te smelten en via mijn nek verder af te dalen tussen m’n schouderbladen. Te laat trok ik mijn kraag verder dicht. Het was weer zo’n dag. Waarom had ik me in januari niet óók eens ziekgemeld?
Het Nirwana
Tot mijn verbazing trof ik, voor de eerste keer op dit tijdstip, nóg een reiziger bij de bushalte. Het was een kale man met het postuur van een rugbyspeler.
‘Nog zo laat op pad?’ vroeg hij zonder me aan te kijken.
‘Altijd nachtdienst,’ bromde ik.
‘Vermoeiend zeker?’
‘Ja, vooral in deze weken. Dan heb je nog wel zin na de jaarwisseling, maar eigenlijk weet je het al wel. Weer zo’n taai jaar om door te komen. Heeft u het niet koud, eigenlijk?’ Ik keek naar zijn kimono-achtige outfit.
‘Ach, wat men meent nodig te hebben is vaak niet wat men werkelijk nodig heeft.’
‘Maar het is toch veel te weinig wat u aan kleding draagt? Het waait en het vriest en u heeft alleen zo’n wit jasje aan.’
De man glimlachte. ‘Ja, och, het is wel een beetje fris. Maar weet u, de manier waarop je omgaat met wat storend is bepaald voor een belangrijk deel hoe je het ervaart. In Nepal bijvoorbeeld heb ik vijf dagen lang in de sneeuw gemediteerd, op niet meer dan een matje. Wij dichtten ons het Nirwana toe, het grote niets.’ Voor het eerst keek de man me door zijn draadmonturen brilletje aan. Met zelfspot in zijn stem zei hij: ‘Ik was slechts gekleed in een lendendoek. Achteraf gezien maakte ik mezelf daar volstrekt belachelijk mee, want de anderen droegen zelfs dat niet. Maar ja, ga maar eens piemelnaakt in de sneeuw zitten. Het enige wat bij mij nog in de weg zat, was mijn ego.’
Afleren is moeilijker
Aan de overkant van de straat passeerde een sneeuwschuiver met oranje zwaailichten. Het fietspad werd bedolven onder een langgerekte grijswitte berg, waarlangs de laatste auto’s op weg naar huis reden. Ik verlangde terug naar mijn warme huiskamer, om met een borrel in mijn luie stoel onder een Stoov te kruipen.
Met zijn rechterhand haalde de man een mandarijntje uit de mouw van zijn kimono. Bedachtzaam en in alle rust bewoog hij het heen en weer in zijn handen en pelde de schil eraf. Hij zat in kleermakerszit en van de velletjes rolde hij balletjes die afwisselend op één van beide knieën werden gelegd. Verbaasd volgde ik zijn handelingen en stak ondertussen een sigaret op. Na ‘ééntje kan geen kwaad’ waren er in de afgelopen week direct meer gevolgd en al snel zat ik weer aan een pakje per dag. Ik had het stoppen met roken dit jaar nog korter volgehouden dan de jaren ervoor.
‘Is het niet gelukt?’ vroeg hij en stak een partje mandarijn in zijn mond. ‘Afleren is vaak moeilijker dan aanleren. Het vraagt veel inspanning om juist minder te doen. Op het juiste moment de juiste beslissing nemen en daaraan vasthouden, daar gaat het om. Wilt u ook een stukje? Ze zijn wel wat oud, nog van Sinterklaas.’
‘Zit u altijd met uw benen gekruist?’ vroeg ik terwijl ik mijn hand naar hem uitstak.
‘Soms,’ antwoordde hij, ’als het nodig is. Liever laat ik me meevoeren op hetgeen gebeurt, maar het is ook goed te anticiperen op wat komen gaat.’
‘Oké…’ zei ik.
Het juiste moment
De sneeuwschuiver was op de rotonde gedraaid en de zwaailichten kwamen nu snel onze kant op. De ijzige pap werd als een koude lavastroom het trottoir opgeschoven en bedekte in hoog tempo de tegels, een witbestoven hondendrol, toen de trappers van een fiets die tegen de bushalte geleund stond en direct daarna mijn schoenen tot ver boven mijn enkels. Versteend keek ik naar beneden en vervolgens naar de man naast me. Hij zat nog steeds in kleermakerszit op het bankje. Alle smurrie was onder hem doorgeschoven. Stil glimlachte hij voor zich uit.
‘Dat bedoelde ik,’ zei hij, ‘op het juiste moment de juiste beslissing nemen en daaraan vasthouden. Vooral nu, wanneer de dagen kort zijn en het soms niet zo lekker loopt, dan kunnen we ons verdiepen in, dan hebben we allen behoefte aan… ‘
‘Dan hebben we allen behoefte aan?’ herhaalde ik zijn laatste woorden.
Hij knikte naar de bus die bij de halte was gestopt en uitnodigend zijn deuren voor ons opende. ‘Ziet u het niet?’ vroeg hij bij het instappen, ‘daar!’ En hij wees naar de tekst die op de zijkant van de bus prijkte. ‘Daar hebben we op Blue Monday behoefte aan!’
In full spread stond tussen de voor- en achterwielen:
HET GROTE ZEN DOE BOEK
Van Aandacht tot Zen – alles over een leven in balans
Tijdens het rijden las ik verder op mijn telefoon, mijn voeten op de verwarming: Het begrip Zen is op diverse wijzen benaderbaar. Boeken over dit thema zijn vaak beschouwelijk van aard waarbij Zen wordt doorgrond vanuit de Oosterse visie. Het Grote Zen Doe Boek breekt met deze traditie: het is praktisch toepasbaar en maakt een heldere vertaalslag naar het hier en nu. De makers van dit boek, de een bij aanvang niet veel meer ingewijd dan de ander, trokken van thema naar thema en dompelden zich op onbevangen wijze onder in ieder onderwerp dat zich aandiende.
Over de auteurs
Suzan van Lieshout deed dit vanuit haar persoonlijke visie als kunstenaar en zorgde daarnaast voor de vormgeving. Arno van Haren schreef als lichaamsgericht psychotherapeut de inspirerende autofictieve verhalen die tot inzicht en verdieping leiden. Samen smeedden zij een compact geheel waarmee de wereld van Zen op beeldende wijze ontsloten wordt.
Aan de hand van aansprekende teksten, schitterende afbeeldingen en duidelijke oefeningen nodigen de makers de lezer uit zich te laten verrassen en te doorgronden wat in eerste instantie onbegrijpelijk lijkt. De nadruk van dit ‘doeboek’ ligt op mindfulness: vanuit commitment de zaken van het leven doen die gedaan moeten worden. Zorgvuldig, met aandacht en in rust: Zen.
Dit blog is eerder gepubliceerd op de site van Managementboek.nl